Deze aflevering vertellen we je wat over de Tooties. De Tooties maken onderdeel van deze online cursus uit omdat ze zoveel ontwikkelingskansen bieden.
Belangrijk als je (nog) geen Tooties hebt!
Heb je geen Tooties, lees dan toch de komende pagina’s goed door. De werkwijze achter de Tooties is erg waardevol. Bedenk hoe je ander materiaal kunt gebruiken om de kinderen vergelijkbare ervaringen aan te bieden. Tooties zijn in Nederland niet meer verkrijgbaar. Wij hebben verder ook geen belang in de verkoop ervan. Mocht je belangstelling hebben, neem dan contact op.
Algemene aanwijzingen
Het is belangrijk om je eerst wat algemene, inleidende informatie te geven. Daarom krijg je nu wat meer informatie in een keer. De volgende keren zal de informatie beknopter zijn.
Met Tooties werken we niet alleen aan de motorische vaardigheden van de kinderen maar juist ook aan het zelfgenererend leervermogen. Dit doen we door de kinderen wel, door middel van opdrachten, door het proces te leiden maar ze niet te vertellen hoe ze het moeten doen. Daardoor wordt hun zelfgenererend leervermogen ontwikkeld omdat ze zelf moeten bedenken hoe ze “hun probleem” op moeten lossen. In het cognitieve leerproces willen we immers ook dat ze dat kunnen. Het is heel belangrijk dat ze door het doen en het spelen de gelegenheid krijgen om deze vaardigheid te leren.
Vanuit dit oogpunt is het vangen van Tooties eigenlijk niet zo belangrijk. Ons werkelijke doel is de kinderen het leerproces dat er achter ligt te laten doorlopen. Tegelijkertijd kunnen ze motorisch en visueel natuurlijk ook steeds vaardiger worden en de verschillende delen van hun lichaam goed samen laten werken.
Het is essentieel dat wij de kinderen de gelegenheid geven om hun basisvaardigheden te ontwikkelen, te beginnen bij het begin. Voor de kinderen betekent dit dat we beginnen bij wat ze kunnen. Met de Launcher betekent dat alleen trappen en met de Toss alleen in het net gooien. Met de ogen de Tootie volgen en daarna vangen gaan de kinderen automatisch doen als ze daar aan toe zijn. Op die manier zorgen wij ervoor dat ze goed worden in dat wat ze al kunnen en van daar uit gaan we verder bouwen.
Bij het spelen met Tooties worden gaandeweg steeds meer vaardigheden tegelijkertijd aangesproken. Geven wij teveel instructies of geven we te snel moeilijkere opdrachten dan lopen we het risico dat er in het ontwikkelingsproces stappen overgeslagen worden. Dat is wat wij juist niet willen. We beginnen met gemakkelijke dingen die ieder kind kan en van daar uit bouwen we het geheel op. Om vaardigheden in het lichaam te kunnen verankeren hebben kinderen iedere dag oefening en herhaling nodig. Probeer daarom zoveel mogelijk tijd hiervoor vrij te maken.
Wij zien vaak precies wat er “mis” gaat en wat het kind anders zou moeten doen. Vertellen wij het kind dit dan doet het waarschijnlijk braaf wat er van hem verwacht wordt. Wij willen juist dat het kind leert om zelf te denken, zelf informatie te halen uit wat er gebeurt en uit wat hij zelf veroorzaakt. Daardoor krijgt het meer kans om voor zijn leerproces veel minder afhankelijk van anderen te worden. Dit vergt terughouding van ons want soms is het heel moeilijk om niet te helpen.
Voor ons is het belangrijk om te leren om niet in termen van “goed” of “fout” de denken. Het is belangrijker om te focussen op: “oh dat kun jij al goed, nu kunnen we het iets moeilijker maken” of “ik zie dat je het steeds beter kunt” of woorden van die strekking. Positieve feedback geven en aanmoedigen zijn daarbij de sleutelwoorden. Ons enthousiasme voor de vooruitgang die de kinderen boeken werkt motiverend terwijl iets “fout” doen heel vaak remmend en frustrerend werkt. Kinderen zijn aan het leren en doen dus iedere dag dingen die ze eigenlijk nog niet zo goed kunnen. Is het dan steeds “fout” of “niet goed” dan kan dat voor kinderen heel ontmoedigend zijn. Zijn wij blij met iedere (kleine) vooruitgang die ze maken en uiten wij die blijdschap dan is dat voor kinderen een stimulans om die volgende stap ook weer te durven nemen.
Het spelen (met de Tooties) geeft kinderen niet alleen de gelegenheid om veel “fouten” te maken maar ook om zich aan die fouten te ontwikkelen en er van te leren. Op die manier ervaren kinderen wat oefenen en doorzetten is. Dat je veel kunt leren maar dat je er ook wat voor moet doen. Deze ervaringen kunnen ze dan voor het veel abstractere leerproces meenemen.
Bovenstaand geldt dus uitdrukkelijk niet alleen voor het werken met Tooties maar deze aanpak kan op veel andere gebieden toegepast worden zodat kinderen leren HOE ze moeten leren.
Klik hier om naar de Launcherpagina te gaan