In vrijwel iedere klas vind je kinderen die visueel gesproken niet optimaal kunnen functioneren. Neem bijvoorbeeld de kinderen met een afgeplakt oog. Het is belangrijk om ons te realiseren dat deze kinderen niet met twee ogen kunnen kijken en dus geen diepte kunnen zien. Dat heeft consequenties voor hun hele functioneren.
In onderstaande video vertelt Ciska hier meer over. Kleine aanpassingen kunnen er voor zorgen dat kinderen zich prettiger voelen en beter kunnen functioneren. Het is zoals met veel dingen in het leven: in feite zijn ze logisch alleen staan we er vaak niet bij stil. Kinderen met een afgeplakt oog hebben een zichtbare beperking maar er zijn ook kinderen waarvan de ogen bijvoorbeeld niet goed samenwerken, die daar in hun dagelijkse functioneren hinder van ondervinden. Het is belangrijk dat we daar alert op blijven.
Deze aflevering komen er geen nieuwe activiteiten bij. Probeer de activiteiten die we de afgelopen afleveringen aangeboden hebben zoveel mogelijk met de kinderen te doen. We hebben het al vaak gezegd: de kinderen hebben oefening en herhaling nodig om echt vaardig te worden. Het feit dat uit de tests in juni naar voren is gekomen dat de motoriek van de kinderen gemiddeld gezien matig ontwikkeld is laat zien dat ze het zo heel hard nodig hebben.
De buitenspeeltijd is bij uitstek geschikt om met de kinderen geleid en gericht motorische vaardigheden te oefenen. We hebben nu het hardlopen, met de bal stuiteren en springen gehad: allemaal activiteiten die we heel goed ook buiten kunnen doen. De kinderen vinden het heerlijk om te doen. Het enige wat ze nodig hebben is het initiatief en de stimulans van hun ouders en leerkrachten. Op school redenen te over om het doelgericht spelen en bewegen tot een vast en belangrijk onderdeel van het buitenspelen te maken!
Het beste is om daar meteen bij het buitenspelen mee te beginnen. Je kunt ook het buitenspeelgoed wat eerder opruimen en het buitenspelen afsluiten door met z’n allen te gaan hardlopen en springen. Dat kan heel simpel door gewoon van de ene kant naar de andere kant van het speelplein dat te doen: heen hardlopen en terug springen en dat herhaal je een flink aantal keren. Je kunt met een paar keer beginnen en er ieder dag een paar “retourtjes” bij doen. De kinderen zijn dan ook meteen het meeste zand van hun schoenen en kleding kwijt.
Je zou zelfs kunnen overwegen om aan het einde van de ochtend en van de middag wat eerder naar buiten te gaan en dan met de kinderen te gaan hardlopen en springen. Je zou zelfs wachtende ouders er bij kunnen betrekken. Allemaal mogelijkheden om wellicht eens in overweging te nemen.
De buitenspeeltijd is voor de kinderen kostbare ontwikkeltijd die niet ten koste gaat van het lesprogramma. Ook voor jezelf is het heel belangrijk om even in beweging te kunnen komen. Loop en spring zelf mee om de kinderen op gang te krijgen en dan volgen ze vanzelf. In het begin zal het voor de kinderen even vreemd zijn dat ze niet meteen vrij mogen spelen omdat ze dat zo gewend zijn. Maar als ze eenmaal weten dat er eerst met z’n allen bewogen wordt dan zal het een heel vanzelfsprekend onderdeel van het buitenspelen worden.
Op deze manier doen álle kinderen mee want in het algemeen zijn de kinderen die het het hardst nodig hebben buiten het minst actief. En dat is heel jammer.