We hebben als eens bijzondere aandacht aan het grote belang van springen besteed. Ciska heeft toen verteld hoe belangrijk het is dat kinderen hun lichaam, tot in de topjes van hun vingers en tot in de puntjes van hun tenen, efficiënt leren “besturen”. Dat je je van je handen, tot in de topjes van je vingers, bewust bent is vooral voor het leren schrijven heel belangrijk.
Deze week beginnen we met spelletjes die je gemakkelijk en op ieder moment, even tussendoor, kunt doen. Hierdoor leren de kinderen hun vingers efficiënt en gericht bewegen. Bovendien leren vingers en duim goed met elkaar samen te werken. Ook dat is voor het goed kunnen schrijven heel belangrijk.
Een van de spelletjes is vingerliften. Ciska vertelt hier in onderstaande video meer over
Nog een spelletje: vingertippen. simpel maar zeer effectief.
Nog meer vingerspelletjes:
-
laat de kinderen hun handen ver uit elkaar doen met de wijsvingers uitgestoken. Nu worden de armen naar elkaar toegebogen en de vingers langzaam naar elkaar toegebracht tot de topjes elkaar raken. Je kunt dat ook met de andere vingers en duimen doen. De kinderen moeten weten waar hun vingers ergens in de ruimte zijn en ze gericht besturen om ze tegen elkaar te kunnen krijgen.
-
laat de kinderen hun handen tegen elkaar leggen met de vingers in de richting van het plafond. Nu tikken ze eerst de duimen, dan de wijsvingers enz. tegen elkaar, tot aan de pinken en dan weer terug, zonder de andere vingers van elkaar af te halen. Je kunt ook een bepaald aantal keren de vingers tegen elkaar laten tikken: de wijsvinger 1-2-3-4-5, dan de pinkjes 1-2-3-4-5 enz.
-
de handen zijn in dezelfde positie als hierboven. Nu roep jij “duimen” en dan moeten de kinderen de duimen van elkaar halen of ze tegen elkaar tikken. Die gaan daarna weer terug tegen elkaar. Nu roep jij “pinken” en dan gaan die van elkaar enz.
-
de handen in dezelfde positie. Nu worden de middelvingers naar binnen gevouwen zodat de topjes van deze vingers tegen de handpalmen aan zitten en de eerste knokkels (vanaf de arm gezien) tegen elkaar komen. Nu worden de duimen van elkaar gehaald en weer terug tegen elkaar gedaan, dan de wijsvingers en ….. kunnen de andere vingers dat ook? Je zult zien dat de pinken wel van elkaar kunnen maar de ringvingers niet. Een interessante ontdekking voor de kinderen.
-
de handen in dezelfde positie: de vingers worden in elkaar gevouwen en de handpalmen van elkaar gehaald zodat de handen bijna in horizontale positie zijn. De middelvingers worden naar beneden gestoken en die kunnen nu op en neer worden bewogen. Het lijken nu net beentjes die heel snel kunnen lopen.
-
de handen in dezelfde positie: de ringvingers worden gekruist over de tegenovergestelde hand gelegd en de handen een kwartslag gedraaid zodat de vingers van de ene hand over de handpalm van de andere hand liggen. Je kunt de middelvingers nu als beentjes, tegenover elkaar laten bewegen. Ook met de duimen kan er nu gewiebeld worden.
-
leer de kinderen met hun vingers op tafel trommelen. De vingers komen ritmisch, eerst met de pinken en daarna de andere tot aan de wijsvingers, op tafel. Eerst met twee handen tegelijk oefenen en dan met iedere hand apart
-
kun je ook met een hand roffelen en met de andere zachtjes plat op tafel slaan? Of met de ene hand heen en weer schuiven en met de andere tikken? Om dat de kunnen moet je de ene hand min of meer onafhankelijk van de andere kunnen bewegen.
-
jij kunt een ritme trommelen en de kinderen trommelen dat na
-
de kinderen steken hun armen recht vooruit, handpalmen tegen elkaar. De handen worden nu gedraaid zodat de ruggen tegen elkaar komen. De polsen worden gekruist en de handen kunnen in elkaar gevouwen worden. De gevouwen handen worden naar binnen gehaald, door het gat tussen de armen en het lichaam. Je hebt je handen nu gekruist voor je maar je linker vingers zitten nu rechts en je rechter vingers links. Als je nu een vinger aanwijst (zonder die vinger aan te raken) dan moet het kind de vinger die het rechts ziet natuurlijk met de linkerhand “aansturen”. Je kunt de kinderen dit spelletje in tweetallen laten doen
-
bedenk zelf meer vingerspelletjes waardoor kinderen bewustzijn in hun vingers krijgen en ze die snel, soepel en efficiënt leren bewegen.