Zo Leren Kinderen Leren

Afl 35 Bal lopend stuiteren

Een aantal afleveringen geleden zijn we begonnen met het stuiteren van een grote bal. Daardoor hebben de kinderen de gelegenheid gekregen om te leren de bal met hun ogen te volgen en hem (op een gegeven moment) op te vangen. Deze week bouwen we op dat wat we de kinderen geleerd hebben verder. Maar eerst vragen we je aandacht voor de video waarin Ciska meer vertelt over het visuele systeem en wanneer het eigenlijk klaar is om (zonder schadelijke gevolgen) te leren lezen en schrijven.

Het is dus heel belangrijk dat het visuele systeem zó goed ontwikkeld wordt dat het op een gegeven moment klaar is om te leren lezen en schrijven. In ons onderwijssysteem is er (nog) geen ruimte om kinderen pas te laten lezen en schrijven als ze daar (ook visueel gezien) klaar voor zijn. Daarom is het van groot belang om er voor te zorgen dat het visuele systeem en de motoriek zo optimaal mogelijk ontwikkeld zijn en goed samen kunnen werken zodat het leren lezen en schrijven voor de kinderen zo weinig mogelijk problemen op zal gaan leveren.

Het stuiteren en dribbelen met een bal is een prima spel om de oogmotoriek en visuele vaardigheden te oefenen. Door het stuiteren oefenen we verder natuurlijk de oog-handcoördinatie en de oogmotoriek, vooral in verticale richting. Als het goed is dan gaan de kinderen dit nu redelijk goed onder de knie krijgen.

Mooie wijsheden zitten er overigens in onze taal. Iets “onder de knie” hebben gebruiken we voor iets dat je je echt eigen gemaakt hebt. Dat wil zeggen dat de vaardigheid helemaal “‘in je lichaam gezakt” is zodat het “onder de knie terecht” gekomen is. Je hoeft er dan eigenlijk niet meer bij/over naar te denken en het gaan min of meer vanzelf. Op het moment dat je lichaam iets kan dan zit het daar voor de rest van je leven. Je lichaam vergeet het niet meer: ook al heb je 20 jaar niet meer gefietst, als je op een fiets stapt dan kun je nog steeds fietsen. In het begin misschien iets minder stabiel maar je zult het in heel korte tijd weer goed kunnen. Voor het hoofd is dit lang niet altijd het geval. Dat kan vrij gemakkelijk ook weer dingen vergeten.

Deze week gaan we, voor de kinderen die daar aan toe zijn, het stuiteren met de bal verder uitbouwen. Is dat nog niet het geval dan gaan ze gewoon door met oefenen op hun niveau. We gaan de kinderen nu aanmoedigen om de bal door te stuiteren. Als ze dat goed kunnen dan kun je proberen of ze al (rustig) lopend de bal aan het stuiteren (dribbelen) kunnen houden. Sommige kinderen vinden het leuk om dit “basketballen” te noemen.

Dit is een belangrijke volgende stap in de ontwikkeling van balvaardigheid. Door het stuiteren leren de kinderen o.a. om zich motorisch en visueel beter te ontwikkelen, te timen, hun kracht te doseren, te richten en de bal onder controle te houden. Een belangrijke basis om over een tijdje een begin te maken met gooien en vangen. Je moet immers de bal onder controle hebben en goed kunnen gooien om de bal weer op te kunnen vangen of hem door een ander te laten vangen.

Verder leren de kinderen om zich op het dribbelen te richten maar om tegelijkertijd ook in de gaten te houden wat er om hen heen gebeurt zodat ze niet tegen anderen aanbotsen. Ze moeten dus leren om meerdere dingen tegelijkertijd te doen, de verschillende delen van hun lichaam goed samen te laten werken en hun visuele vaardigheden te ontwikkelen.

Stuiterspelletjes

  • laat de kinderen proberen of ze de bal aan het stuiteren kunnen houden
  • laat ze stuiteren terwijl ze een paar stappen zetten zodat ze van hun plaats komen
  • laat de kinderen een klein stukje lopend de bal stuiteren en stimuleer ze om te proberen het steeds verder en langer vol te houden
  • de kinderen dribbelen met de bal een flink rondje
  • de kinderen draaien al dribbelend om hun as terwijl ze de bal aan het stuiteren houden
  • laat kinderen de bal van de ene kant van het speelplein naar de andere stuiteren
  • teken een cirkel op de muur (als die er een is), laat de kinderen naar de muur stuiteren en vanaf een afstandje in de cirkel “scoren”
  • je kunt ook een hoepel op de grond leggen waarin “gescoord” kan worden
  • heb je een grote bak of mand dan kun je de kinderen daar in laten “scoren”
  • je kunt met pionnen een klein parcours uitzetten
  • laat de kinderen natuurlijk ook met de andere hand stuiteren en als dat goed gaat dan geven ze een aantal stuiten met de ene hand en daarna met de andere.
  • met de linker- en rechterhand om en om stuiteren
  • de kinderen die al goed kunnen stuiteren kunnen nu een kleinere bal nemen zoals een tennisbal en die op de grond stuiteren en weer opvangen. Dribbelen met een kleine bal kan ook maar dat is veel moeilijker.
  • nog meer mogelijke opdrachten, alleen voor kinderen die het echt al heel goed kunnen: dribbel de bal, draai om je as en ga door met dribbelen zonder de bal te laten stoppen. In de praktijk wil dat zeggen dat je de bal een flinke stuit moet geven zodat hij hoger komt en jij tijd hebt om een keer om je as te draaien. Vertel dat de kinderen niet
  • voor tweetallen: een kind stuitert de bal een aantal keer en geef hem dan over aan een ander kind. Die stuitert een aantal keer en geeft hem weer terug
  • voor gevorderden: stuiter de bal in de lucht, stuiter hem dan een keer door hem met je knie op te vangen en omhoog te storen waarna je met je hand verder stuitert.