In de afgelopen tijd hebben we aandacht geschonken aan het (hard)lopen en springen. Deze activiteiten geven de kinderen de gelegenheid om hun lichaam efficiënter te leren gebruiken. Om de besturing verder te verfijnen kun je de kinderen stimuleren om spelletjes te doen die het helpen om zijn lichaam steeds beter onder controle te krijgen. Tegelijkertijd worden vele visuele vaardigheden geoefend.
Een aantal afleveringen geleden heeft Ciska al verteld hoe belangrijk het voor kinderen is om hun lichaam tot in de uiterste topjes van hun vingers en puntjes van hun tenen met bewustzijn te doordringen. Klik hier en bekijk de video als je die informatie nog een keer wilt zien.
Deze week beginnen we met extra aandacht te besteden aan wat je “precies lopen” zou kunnen noemen. Hieronder hebben we een aantal variaties op dit spelletje op een rijtje gezet. Deze spelletjes zijn voor kinderen ook een uitstekende manier om hun oriëntatie in de ruimte te oefenen. In de video hieronder vertelt Ciska waarom een goede oriëntatie in de ruimte essentieel is voor het goed kunnen leren op school.
Hieronder hebben we een flink aantal variaties op dit spelletje op een rijtje gezet. Deze spelletjes kun je in veel verschillende, alledaagse situaties met de kinderen oefenen. Op een gegeven moment zullen ze deze spelletjes uit zichzelf gaan spelen. Dat is waar we naar op zoek zijn: kinderen die uit zichzelf hun vaardigheden oefenen zodat ze er steeds beter in worden.
“Precies lopen” spelletjes
- liggen er tegels op de stoep, loop dan zó dat je precies óp te tegels stapt en de lijntjes niet aanraakt
- terwijl je loopt telkens over een rij tegels springen of over de stoeprand enz zonder met je voeten een aangegeven lijn te raken
- loop óp de voegen, precies tussen de tegels
- loop ook eens achteruit
- als je goed achteruit kunt lopen, kun je dan ook op de voegen lopen (door de voegen recht voor je te zien, weet je dat ze ook recht achter je moeten liggen). Je moet natuurlijk zó lopen dat de voegen van de tegels in de lengte lopen dus vaak is dat dwars over de stoep. Bij brede stoepen heb je dan een behoorlijke lengte.
- soms liggen er stenen in plaats van tegels: spring steeds over twee rijen stenen
- spring eerst over twee rijen stenen en dan over één, dan weer over twee en dan weer over één
- bij tegels: zet een voet op een tegel, dan twee voeten op de volgende twee tegels en dan weer een voet op de volgende tegel, twee op de volgende twee enz. Dat kan omdat de tegels verspringen: je hebt een voet op de tegel en de volgende rij verspringt zodat je dan twee voeten neer kunt zetten. Als de kinderen hier goed in zijn dan moeten ze proberen om de lijntjes niet aan te raken.
- je kunt allelei situaties, die je in je omgeving vindt, gebruiken om je kind dit soort spelltjes te laten spelen: tegeltjes op de grond in de supermarkt, bouwmarkt, zwembad, rijen stenen in de straat en alles wat je zelf maar kunt bedenken.
- “elastiektwist” is een heerlijk spel waardoor kinderen meer bewustzijn in hun voeten en benen krijgen (elastiektwist is een spel met een lange elastiek. Deze elastiek wordt aan de uiteinden aan elkaar geknoopt. Twee kinderen gaan met hun benen in de elastiek staan en houden hem aan twee kanten uit elkaar. Het derde kind kan in de tussenruimte allerlei kunstjes met de elastiek doen. Maakt het kind een fout dan is het volgende kind aan de beurt. Het kind dat “af” was houdt nu de elastiek op zijn plaats. Kan je kind dit nog niet zo goed, zet dan twee stoelen (met twee poten) in de elastiek. De stoelen houden de elastiek uit elkaar en je kind kan rustig oefenen zodat het, als het straks met andere kinderen gaat spelen, het al goed kan en het niet steeds meteen “af” is. Weet je niet hoe dit spelletjes gespeeld wordt, vraag het dan eens aan vrouwen die in de jaren 60-70 opgegroeid zijn. Die kunnen je dat vaak wel vertellen.
- bedenk allerlei variaties en laat je kind ze natuurlijk ook zelf bedenken
Wat leren kinderen hier van (herhaling)
- concentratievermogen: verfijnen van je visuele vaardigheden en jezelf goed op iets kunnen richten dragen bij aan een goed concentratievermogen
- doelgericht zijn en opbouwen van vaardigheden: weten hoe je kunt leren iets beter te kunnen. Als ik iets niet zo goed kan dan begin ik met iets gemakkelijks en als ik dát goed kan dan maak ik het steeds een beetje moeilijker tot ik het echt onder de knie heb
- doorzettingsvermogen: niet meteen opgeven als iets niet lukt. Je leert dat je door oefening en herhaling iets steeds beter kunt.
- evenwicht: deze spelletjes zijn uitstekend geschikt om je evenwicht te oefenen. In ons onderzoek vaan een paar jaren geleden hebben we een relatie gezien tussen evenwicht en concentratievermogen.
- fouten mogen maken: zonder fouten te mogen maken, kun je eigenlijk niets leren
- grenzen leren kennen en realistische doelen leren stellen: wat kan ik al wel, wat kan ik leren en wat is (nog) veel te moeilijk maar kan ik in de toekomst (als ik groot ben) wel leren. Hoe kan ik realistische doelen nastreven.
- de kracht van oefening en herhaling
- gevoel voor afstanden: hoe groot is de afstand van twee tegels en hoe ver moet ik dan springen om daar overheen te komen
- gevoel voor volgorde: steeds iets overslaan of een goede volgorde aanhouden zoals een keer één tegel overslaan en dan twee, dan weer één en dan weer twee
- lichaamsoriëntatie: alle delen van je eigen lichaam leren kennen en het optimaal leren besturen
- motoriek: hoe meer doelgericht kinderen in de “echte wereld” (en niet digitaal) leren spelen en bewegen, hoe meer kansen ze krijgen om hun motoriek goed te ontwikkelen
- oriëntatie in de ruimte: hoe verhoud ik mij tot de ruimte om mij heen, aan je eigen lichaam ervaren wat links, rechts, voor, achter enz. is en hoe kan ik mij visueel in die ruimte oriënteren, bewust worden van de ruimte achter je door achteruit te lopen en in te schatten wanneer je bv. bij een muur of een stoeprand komt of hoe je achteruit over de lijn tussen de tegels kunt blijven lopen.
- en nog veel meer …