Zo Leren Kinderen Leren

Getalbegrip

getalbegripOm een goed begrip voor getallen te kunnen krijgen is het belangrijk dat je allereerst een gevoel voor hoeveelheden kunt ontwikkelen zodat je je er een voorstelling van kunt maken hoeveel bijvoorbeeld “5” is. Als je je daar een voorstelling van kunt maken dan moet je nog in staat zijn om er het abstracte symbool “5” aan te koppelen. Je kunt je voorstellen dat kinderen die zich geen (of maar moeilijk) een voorstelling van bepaalde hoeveelheden kunnen maken dat het dan heel moeilijk kan worden om daar ook nog eens een abstract symbool (wat wij “5” noemen) aan te kunnen koppelen.

Voor deze kinderen kan het rekenen een mysterieus geheel worden waar ze nauwelijks een touw aan vast kunnen knopen.

Om een goed getalbegrip te ontwikkelen is het dus heel belangrijk dat kinderen oog voor hoeveelheden krijgen. Eerst voor kleine hoeveelheden en als dat goed gaat steeds grotere.

Overal, in het leven van alledag, zijn hoeveelheden te zien: de tafel heeft 4 poten (oh ja, stoelen ook … en de kast ook …. en ons bed ook …), de verkeerslichten hebben 3 lichten (de voetgangerslichten maar 2 ….), hoeveel tanden heeft de vork waar je mee eet (gebaksvorkjes hebben er soms maar 3 …), wat liggen er veel rijstkorrels op je bord (als je een klein schepje neemt, hoeveel rijstkorreltjes zijn dat wel niet …..), oh …. ons huis is gebouwd met wel heel veel stenen (hoeveel stenen liggen er eigenlijk in een laag ….). Zo kun je spelenderwijs de kinderen oog laten krijgen voor hoeveelheden. Ze ontdekken dat de hele wereld om zich heen opgebouwd is uit hoeveelheden van dingen.

Zoals met de meeste dingen: uitleggen en vertellen is veel minder effectief dan het de kinderen gewoon laten ervaren: zelf hoeveelheden tellen door aan te wijzen. Als je dit als kind bij herhaling mag doen, tot je het kunt en snapt dan heb je het je eigen gemaakt en zit het daar voor de rest van je leven.

Als kinderen dit dan tot bijna letterlijk in hun tenen gevoeld hebben (hoeveel tenen heb je trouwens … per voet …. en alle twee je voeten samen ……) dan snappen ze in ieder geval wat hoeveelheden zijn en hoe je die kunt herkennen. Ze krijgen betekenis voor de kinderen doordat ze ze gegeten, gevoeld, gezien, gehoord, aangewezen, gelopen, gesprongen enz. hebben.

Als je dan aan een hoeveelheid een getal moet koppelen dan wordt dat ineens een stuk gemakkelijker. Het symbool is dan nog wel abstact maar de voorstelling van de hoeveelheid is er dan in ieder geval al wel waardoor die betekenis heeft gekregen.