Ritme is een grondprincipe van het leven: je hart klopt in een ritme in combinatie met je ademhaling, je organen hebben een ritme, het dag- en nachtritme van de mens, het jaarritme met de seizoenen enz.
Ook in de muziek kennen we een ritme. Het is een afwisseling tussen rust en activiteit en iedere combinatie van die wisselingen geeft een ander ritme en tempo. Het ritme van de muziek is natuurlijk direct met je gehoor verbonden. Met onze oren horen we de muziek en op het ritme of de maat kunnen we dansen.
Minder bewust zijn onze levensprocessen. Het feit dat ons hart dag en nacht klopt daar staan we meestal niet bij stil. Alleen als het afwijkt van het normale patroon. Dan voelen wij dat vaak in de vorm van gezondheidsklachten en worden wij ons er van bewust dat belangrijke levensritmes verstoord zijn. Dat gebeurt ook als we bijv.angstig zijn. Dan voelen we het ritme van onze hartenklop in onze borst of keel.
Voor kinderen is het heel belangrijk om kennis met ritmes te maken en om ze zelf te scheppen. Dat kan heel eenvoudig door ritmes te klappen of te stampen of door te zingen. Met eenvoudige instrumentjes kun je de kinderen ook de gelegenheid geven om ritmes te beleven.
Om bijvoorbeeld een ritme te kunnen klappen of stampen heb je gevoel voor timing nodig (je mag niet te vroeg of te laat zijn), je moet jezelf terug kunnen houden en niet te snel gaan. Aan de andere kant mag het ook niet te langzaam zijn. Als je samen met anderen een ritme klapt of muziek maakt dan moet je naar de anderen luisteren en onderdeel van de groep worden of zijn. Je moet in staat zijn om met de anderen, als in een vanzelfsprekend geheel, mee te bewegen. In een orkest moet je in staat zijn om bij je eigen partiture te blijven zodat je met alle andere instrumenten samen een muziekstuk ten gehoren kunnen brengen. Als je op een gegeven moment meerstemmig, in een koor bijvoorbeeld, gaat zingen dan moet je bij jezelf kunnen blijven en je niet door dat wat de ander zingt (letterlijk) van de wijs laten brengen.
Je moet dus in staat zijn om meerdere vaardigheden samen te laten werken: je gehoor, je motoriek, je kracht doseren (niet te hard en niet te zacht), gevoel voor ritme en tempo enz. Verder is voor het kunnen bespelen van een muziekinstrument het heel belangrijk dat je een goed ontwikkelde motoriek hebt zodat je de verschillende delen van je lichaam onafhankelijk van elkaar en efficiënt kunt bewegen.