Vroeger hadden mensen grote gezinnen en veel ruimte om het huis. Kinderen konden daar, zonder al te veel toezicht, als spelend ontdekken hoe de wereld in elkaar zat. Verder werden kinderen al snel betrokken bij de dagelijkse dingen die gedaan moesten worden. Ik pleit hier niet voor het herinvoeren van kinderarbeid hoor! Maar ik vraag wel aandacht voor het feit dat er vroeger, op deze manier, op natuurlijke wijze heel veel leervaardigheden werden geoefend die nu niet meer in die mate geoefend worden. We kunnen onze kinderen wel spelenderwijs betrekken bij allerlei taakjes in en om het huis zoals ik ook al bij het ontwikkelen van praktisch inzicht heb besproken.
Vroeger waren er geen media die hypes nodig hadden om hun brood te verdienen door incidenten op te blazen. Met het oog op de ontwikkeling van de kinderen is het toch wel belangrijk om echt goed af te wegen wat de risico’s zijn. De nadelen van het al te veel beperken van kinderen voor hun algehele ontwikkeling en vooral ook voor hun leerproces zijn groot en pas op langere termijn zichtbaar. Natuurlijk gebeurde er vroeger ook wel eens een ongeluk(je) maar dat was in de meeste gevallen geen onoverkomelijke ramp. Ouders hadden het te druk met het zorgen voor de eerste levensbehoeften en kinderen speelden en ontwikkelden zich letterlijk door vallen en opstaan en konden tegen een stootje.
Het leven is vol risico’s en het is beter om je kind te leren om met risico’s om te gaan (zonder het angstig te maken) dan het er van weg te houden. Als je niet hebt geleerd om met risico’s (op jouw niveau) om te gaan als je klein bent, kan het heel moeilijk zijn om risico’s goed in te schatten als je bijv. puber bent en je ouders niet meer altijd in de buurt zijn om je voor alles te beschermen. Dan zijn de consequenties van het verkeerd inschatten of het zelfs niet zien van risico’s vaak veel groter dan wanneer je klein bent en je ouders nog in de buurt zijn om in te grijpen als het écht fout dreigt te gaan.
Kinderen teveel wijzen op mogelijke gevaren kan heel belemmerend werken. Als ouder ben je vaak bezorgd voor je kind en wil je het zoveel mogelijk beschermen: “Pas op, dadelijk val je nog” of “Niet te hard rennen anders val je je tanden door je lip”. Er zijn kinderen die bijna niets meer aan durven raken omdat ze bang zijn dat ze van de bacteriën die erop zitten ziek kunnen worden. Het is heel belangrijk om ook hierin een afweging te maken tussen de eventuele risico’s en het oproepen van (mogelijk zeer) belemmerende angsten of onzekerheden bij je kind.
Als kinderen de hele tijd bang moeten zijn dat hen iets overkomt dan kan dat hun (motorische) ontwikkeling behoorlijk afremmen. Ze worden onzeker en kunnen soms maar moeilijk eigen inschattingsvermogen ontwikkelen. Dat kan in veel opzichten een probleem worden als je kind later, als het groot is, toch zelf dingen in moet kunnen schatten omdat jij er dan niet meer bij kunt zijn om het overal voor te beschermen. Voor de ontwikkeling van doorzettingsvermogen kunnen deze angsten en onzekerheden heel erg belemmerend en soms zelfs verlammend werken. Het “fysieke welbevinden” moet in evenwicht zijn met het “persoonlijke welbevinden”, dat lang niet altijd direct zichtbaar is omdat het zich in het binnenste van het kind afspeelt.
Om kinderen wat weerbaarder te maken is het voor hun leerproces heel belangrijk om geen drama van een klein ongelukje te maken. Je leert het kind dan dat het verschríkkelijk is als er een keer wat gebeurt. Natuurlijk is het niet leuk als je valt en je jezelf (een beetje) pijn doet maar het hoort bij het leerproces.
Een kind vormt voor een deel zijn oordeel over wat erg is en wat niet aan de hand van jouw reacties op dingen die gebeuren. Als jij het signaal afgeeft dat het heel erg is wat er gebeurd is dan zal het kind dat over gaan nemen. Het is belangrijk om er bewust van te zijn welke signalen je zelf afgeeft en wat die voor de ontwikkeling (voor de motorische ontwikkeling en bv. doorzettingsvermogen) van het kind kunnen betekenen.
Als het kind in dit opzicht “tegen een stootje kan” dan is de kans veel groter dat het bij het leerproces op school ook wat incasseringsvermogen heeft. Het is belangrijk om te leren dat tegenslagen een onlosmakelijk deel van het leerproces zijn en dat je niet van ieder klein dingetje van slag hoeft te raken want dat kan veel belemmeringen opwerpen. Dingen kunnen alleen maar goed gaan als er ook wat fout mag gaan.