De ontwikkelingsfasen volgen een natuurlijke wetmatigheid en in iedere volgende fase wordt er “gebouwd” op dat wat het kind zich in de voorgaande fase eigen heeft kunnen maken. Is de ene fase onvoldoende intensief doorgemaakt dan is er een flinke kans dat het kind met een onvoldoende stevig fundament de nieuwe ontwikkelingsfase in moet gaan. Je kunt je voorstellen dat er dan ook in deze nieuwe fase “gaten” kunnen vallen die op een gegeven moment niet zo gemakkelijk gedicht kunnen worden. Komt dit keer op keer voor dan wordt de basis, waar het kind mee verder moet, steeds minder stabiel met alle gevolgen van dien.
Wij leven in een tijd waarin alles snel moet. Daarom zijn wij geneigd om kinderen stelselmatig te snel van de ene fase in de andere te trekken. De kans is groot dat dat ten koste gaat van de ontwikkelingsfase waar het kind eigenlijk nog in verkeert. Daar komt dan nog bij dat het kind er bovendien nog niet aan toe is om de nieuwe dingen, die te vroeg aangeboden worden, goed op te kunnen pakken en te verwerken. Dat kan resulteren in een chronisch gevoel van “het niet kunnen”, snel opgeven, onhandigheid, afhankelijkheid en daardoor vertraging in het leerproces.
Aan de andere kant zijn wij geneigd om de natuurlijke ontwikkeling van kinderen te belemmeren bijvoorbeeld omdat we ons daardoor sneller en gemakkelijker kunnen verplaatsen. Er zijn kinderen die uren onderweg geweest zijn zonder zelf een voet aan de grond te hebben kunnen zetten. Of kinderen die te lang en te vaak in een babyzitje liggen waardoor ze te weinig natuurlijke bewegingen kunnen maken. Ook zijn we geneigd om onze kinderen alles uit handen te nemen omdat dat gemakkelijker en sneller is en minder “rommel” geeft.
Op school worden kinderen vaak te snel op het cognitieve leren aangesproken. Ook hier worden ze in een fase getrokken waar ze in groep 1 en 2 eigenlijk nog niet echt aan toe zijn. Als de kinderen dan ook nog een tekort aan goed ontwikkelde basisvaardigheden hebben dan is er een flinke kans dat ze in de problemen komen. Een aantal kinderen redt het ondanks alles maar voor een flinke groep kinderen worden de stappen al snel te groot en niet meer te volgen.
Met het project Beter Leren Door Spelen richten we ons op het ontwikkelen van de basisvaardigheden die de kinderen voor hun schoolcarrière en in hun verdere leven heel hard nodig zullen hebben. Door oefening en herhaling krijgen de kinderen de gelegenheid om hun motorische en visuele vaardigheden beter te ontwikkelen. Ze krijgen daardoor meer kansen om hun lichaam als een goed ontwikkeld “instrument” tot hun beschikking te hebben. Is de basis goed dan zullen de dingen die ze willen of moeten gaan doen ook veel beter lukken.
Verder zullen we in dit project veel aandacht besteden aan het zelfgenererend leervermogen. Dit is het vermogen om een leerproces van binnenuit, zonder hulp van anderen, op gang te brengen en op gang te houden.