Doordat kinderen door veel zelf actief te zijn, te spelen en deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten in het om huis leren ze om realistische doelen te stellen.
Op tv zien kinderen bijvoorbeeld mensen de meest fantastische dingen doen: over latten van 2 of zelfs meer dan 5 meter hoog springen, op één wiel fietsen, circusacts uitvoeren, met motoren over auto’s springen enz. En dan nog maar te zwijgen over de filmtrucs die in het echte leven niet eens mogelijk zijn. Kinderen die veel met dit soort beelden te maken krijgen en zelf weinig actief zijn, lopen een flinke kans dat ze geen goed beeld hebben van wat in de praktijk mogelijk of juist onmogelijk is en wat hun eigen mogelijkheden zijn.
Kinderen die denken dat ze zomaar over een touw, dat anderhalve meter (om maar een voorbeeld te noemen) hoog hangt, zouden moeten kunnen springen kunnen snel gefrustreerd raken als dat niet lukt terwijl ze dat op tv mensen talloze keren hebben zien doen. Wat ze niet zien is dat deze mensen vaak jarenlang geoefend hebben om dat de kunnen en dat ze tot de besten van Nederland of zelfs van de wereld behoren. Hoe moet je als kind weten dat een film van trucages aan elkaar hangt waardoor alles wat je ziet in feite nep is.
Kinderen die geen realistisch beeld hebben van hun eigen kunnen, lopen het risico dat ze teveel van zichzelf verwachten, dat ze gefrustreerd raken als ze dit hoge doel niet kunnen halen, dat ze niet goed weten hoe ze een realistisch doel moeten stellen en dat ze heel onzeker worden en faalangst ontwikkelen of juist agressie opbouwen en in verzet gaan.
Verder is de kans groot dat ze niet goed weten wat ze wel of niet kunnen en hoe ze door te oefenen en te proberen hun eigen grenzen kunnen verleggen zodat ze op termijn steeds meer kunnen leren.