Door met elkaar te spelen leren kinderen samen te werken en van elkaar te leren. Samen spelen is een groot sociaal proces en het is nog beter als het om spelen met een doel gaat. We noemen het proces van goed met elkaar leren omgaan niet voor niets het leren van sociale vaardigheden. Het woord “vaardigheden” zegt al genoeg: het is iets wat geleerd en geoefend moet worden om tot “vaardigheid” te komen. Vaardigheden komen niet zomaar “aangewaaid”. Om vaardig te kunnen worden moet je oefenen en veel eigen ervaring opdoen. Voor sociale vaardigheden geldt dat precies zo.
Door de verdere digitalisering van onze samenleving lopen kinderen het risico dat ze steeds individualistischer en in meer of mindere mate van hun omgeving afgesloten raken. Dit geldt zelfs vaker voor de kinderen die motorisch en sociaal wat minder goed zijn, door welke reden dan ook. Die hebben nog meer de neiging om voor de tv of achter de computer te gaan zitten en hun eigen wereld (digitaal) te creëren. Juist voor deze kinderen is het belangrijk dat ze gestimuleerd worden om zoveel mogelijk met vriendjes en vriendinnetjes te spelen.
Voor deze kinderen geldt vaak dat ze een gebrek aan zelfvertrouwen hebben en niet goed weten hoe ze aansluiting bij andere kinderen moeten vinden. Waar je deze kinderen ongelooflijk mee kunt helpen is door ervoor te zorgen dat ze motorisch goed functioneren en dat ze inzicht in de wereld om hen heen ontwikkelen zodat hun zelfvertrouwen groeit. Kinderen toestaan om te “vluchten” in de eigen wereld of die van digitaal vermaak maakt het risico groter dat het probleem alleen nog maar versterkt wordt. Als kinderen nog relatief jong zijn is het gemakkelijker om “fouten” te maken omdat die veel minder grote consequenties hebben dan wanneer je in de pubertijd zit of nog later. Dan kan grote schade in het gevoelsleven ontstaan als kinderen niet goed weten hoe ze met anderen om kunnen gaan of wat ze van anderen te verwachten hebben.
Doelgericht met anderen leren spelen en daardoor je motoriek en zelfvertrouwen ontwikkelen is ook daarom van enorm groot belang. Van mensen die heel actief binnen sportclubs zijn hoor je vaak dat een steeds grotere groep kinderen problemen met sporten krijgt omdat hun motoriek niet goed genoeg ontwikkeld is om gemakkelijk een sport op te kunnen pakken. De meest basale motorische vaardigheden leveren problemen op. Ze “zappen” dan van de ene sport naar de andere om vervolgens het nergens naar hun zin te hebben.
Help kinderen op weg door bijvoorbeeld te leren touwtje te springen, te kaatsenballen, te knikkeren, spelletjes te spelen enz. Jonge kinderen help je op weg door ze de gelegenheid te geven om bv. met ballen, blokken, bakjes, zand, water en dat soort dingen te spelen. Sommige moeder zullen zeggen: ja maar dat kan niet, ik wil niet dat ze in huis met een bal spelen. Het is belangrijk om de kinderen dan de gelegenheid te geven om ergens anders met een bal te spelen. Het probleem is vaak (en dat is een maatschappelijk probleem en niet zozeer van individuele ouders) dat we met z´n allen ons leven zo “dichtgetimmerd” hebben dat er bijna letterlijk maar ook figuurlijk voor onze kinderen onvoldoende ruimte over blijft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
Als kinderen de gelegenheid krijgen om veel doelgericht te spelen en actief bezig te zijn, dan zullen ze, als ze eenmaal de grondbewegingen te pakken hebben, in staat zijn om zelfstandig te oefenen en jou steeds laten zien wat ze bijgeleerd hebben. Op die manier kunnen kinderen kind trots worden op wat ze kunnen, groeit hun zelfvertrouwen en zal dat effect hebben op de manier waarop ze zich tussen andere kinderen gedragen en hoe anderen zich naar hen toe gedragen. Dan zullen ze beter in staat zijn om zich bij andere kinderen aan te sluiten en samen te spelen.
Verder zijn de ouders en broertjes of zusjes degene waar kinderen veel belangrijke sociale vaardigheden van leren. Weet jij dat er een flinke groep ouders is die per dag gemiddeld 3 uur samen met hun kinderen tv kijken maar zich maar een half uur per dag direct tot hun kind richten? Vaak gaan kinderen bij vriendjes of vriendinnetjes spelen maar daar draait het erop uit dat ze toch samen voor de tv of achter de computer zitten.
Een enorme groep kinderen kijkt vaker in de ogen van soap-sterren dan in de ogen van hun ouders. Daarbij is het belangrijk om je te realiseren dat veel emoties bijvoorbeeld, die op de tv te zien zijn niet echt zijn maar nagespeeld (en lang niet altijd door de beste acteurs). Al deze kinderen worden dus dagelijks “gevoed” met niet-echte emoties in niet-echte en met opzet extreem gemaakte situaties (het moet spannend, wreed, agressief, achterbaks enz. zijn om te blijven boeien). Waar moet je als kind je sociale vaardigheden dan van leren en weten hoe het er in het echte leven aan toe gaat?
Wetenschappelijke publicaties