Evenwicht is heel belangrijk voor het goed weten hoe je je letterlijk (en figuurlijk) staande moet houden in het leven. Evenwicht is de basis voor stabiliteit. Weet je niet goed hoe je eigen positie is ten opzichte van de ruimte om je heen dan kan dat veel onzekerheid opleveren.
De meeste kinderen kunnen zich wel rechtop houden en vallen niet steeds om maar hoe efficiënt en fijnafgestemd hun evenwichtsvermogen is, daar kun je je vragen bij stellen.
Jonge kinderen zijn heel vaak bezig met het oefenen van evenwicht. Als ze daar de gelegenheid voor krijgen tenminste. Als je goed naar jonge kinderen kijkt dan zie je dat ze willen klimmen, over stoepjes en randjes willen lopen en graag uitdagingen, die daar mee te maken hebben, aan willen gaan. Ze weten instinctief dat ze moeten oefenen om vaardig hierin te worden.
Wanneer wij teveel haast hebben of het nut van al dit oefenen niet goed zien, en het maar lastig vinden omdat je de hele tijd op moet letten, dan is de kans redelijk groot dat onze kinderen niet genoeg te gelegenheid krijgen om het gevoel van evenwicht intensief genoeg te oefenen.
Een onvoldoende ontwikkeld gevoel voor evenwicht geeft meer risico op ongelukjes als je kind iets wil ondernemen. De kans is dan groot dat het de vaardigheden en inzicht, die het nodig heeft om iets goed te kunnen doen, zich niet goed eigen heeft leren maken waardoor de kans dat het misgaat groter wordt. Gaat het vaak genoeg mis dan is er een flinke kans dat je kind de dingen uit de weg gaat en het steeds minder leert. Dat is niet goed voor je zelfvertrouwen en je zelfgenererend leervermogen.
Ook evenwicht ontwikkelt zich in opeenvolgende fases waarbij er in de ene fase de basis voor de volgende gelegd wordt. Bij het leren staan en lopen wordt natuurlijk de eerste basis gelegd. Maar later komt het huppelen en springen gevolgd door bijvoorbeeld leren dansen of leren schaatsen.
Evenwicht is de kern van veel motorische vaardigheden. Is je gevoel voor evenwicht niet goed ontwikkeld dan zul je hoogstwaarschijnlijk meer moeite hebben om andere motorische vaardigheden te leren zoals bij het sporten of in de gymzaal. Je wordt angstiger om te vallen en om dingen niet zo goed te kunnen als de andere kinderen met alle gevolgen van dien.